Een Duits echtpaar in Oekraïne heeft een Draagmoeder een kind voldragen en ter wereld brengen. Na de geboorte dienden de Duitse wensouders een verzoek in bij de bevoegde Lokale rechtbank in Kiev, Oekraïnedat haar ouderschap van het kind geboren uit de draagmoeder moet worden vastgesteld door een rechtbank. De districtsrechtbank van Kiev heeft de voorwaarden voor deelname, het verloop en de rechtsgevolgen van het draagmoederschapsprogramma in Oekraïne onderzocht. Zij heeft gevestigddat de Duitse wensouders gebruik mochten maken van voortplantingsgeneeskundige maatregelen met de hulp van de draagmoeder en een voldragen kind mochten krijgen. Ook is vastgesteld dat niet de draagmoeder, maar de Duitse wensouders, in het bijzonder de wensmoeder, de juridische ouders van het kind zijn geworden. Dit komt overeen met de Oekraïense rechtssituatie en is reeds gedocumenteerd op basis van de afgegeven geboorteakte en de inschrijvingen in het Oekraïense register. Los daarvan heeft de rechtbank echter zelfstandig vastgesteld dat de Status van de wensouders als juridische ouders vastgesteld.

Ondanks het feit dat een buitenlandse beslissing zoals die van de lokale rechtbank van Kiev in Duitsland moet worden erkend, hebben de wensouders besloten om deze rechtsgevolgen te laten erkennen door middel van een onafhankelijke rechtbank. Erkenningsprocedure volgens § 108 (2) FamFG te laten vaststellen. De bevoegde familierechtbank in Brühl heeft vervolgens de Oekraïense afstammingsbeslissing getoetst, bevestigd dat het kind in aanmerking komt voor erkenning en geen belemmeringen voor erkenning gevonden die voortvloeien uit § 109, lid 1, nr. 4, FamFG. In het bijzonder was de deelname van de draagmoeder vrijwillig, waren er geen herkenbare schendingen van haar waardigheid en vond de overdracht van het kind plaats zonder druk of verdere onvrijwillige handelingen. De Oekraïens Besluit in Duitsland formeel erkend.

De gevolgen van een dergelijke erkenning zijn over het algemeen in § 107 (9) FamFG zo geregeld dat de rechterlijke uitspraak voor rechtbanken en administratieve instanties Binden is.

De ouders dienden vervolgens een aanvraag in bij de Duitse Geboorteregister om als ouders van hun kind te worden ingeschreven. De burgerlijke stand wees dit af en verzocht de arrondissementsrechtbank van Keulen om antwoord op de vraag of de ouders als ouders konden worden ingeschreven in het geboorteregister ondanks de geboorte van het kind door een draagmoeder. Bovendien wist de burgerlijke stand niet zeker of, vanwege de Beslissing van Oekraïne na de geboorte van het kindook al is dit in Duitsland erkend, zoals hier het geval is, hoeft de draagmoeder niet eerst te worden geregistreerd. De burgerlijke stand was van mening dat de na de geboorte afgegeven beschikking aanleiding gaf om het feit van de geboorte door de draagmoeder naar Duits recht te documenteren en pas daarna de wensmoeder in het kader van een latere certificering rechtsgeldig als moeder in te schrijven.

De Arrondissementsrechtbank te Keulen (AG Keulen, beslissing van 3 januari 2024, ref.: 378 III 175/23) verduidelijkt dat de buitenlandse beslissing uit Oekraïne het ouderschap met betrekking tot de geboorte van het kind had vastgesteld. De Datum van deze beslissing verandert niets aan het effect van wettelijk ouderschap. De juridische situatie is door deze beslissing, aldus de arrondissementsrechtbank van Keulen, vervolgens niet is gewijzigdde draagmoeder is op geen enkel moment als moeder aan het kind toegewezen. Dit komt overeen met de Oekraïense rechtssituatie zoals die in Duitsland is vastgesteld in het kader van de bindende werking van de erkende plaatselijke rechterlijke beslissing.

Hoewel de verordening burgerlijke stand stelt dat latere verklaringen moeten worden gedocumenteerd in het geval van latere wijzigingen in de burgerlijke staat, verwijst deze verordening naar het volgende alleen aan veranderingen in de context van Adoptieprocedure. De reden hiervoor was dat de moeder aanvankelijk de juridische status van ouder had, die door de daaropvolgende adoptie teniet ging en overging op de nieuwe, adoptiemoeder.

Met betrekking tot de jurisprudentie van het Federaal Gerechtshof is het zeker dat prenataal buitenlandse rechterlijke beslissing leiden de rechtsgevolgen van het ouderschap met betrekking tot de geboorte ook tot de inschrijving van de wensouders in het Duitse geboorteregister (BGH StAZ 2022, 147). Hetzelfde geldt echter ook voor postnatale beslissingen, aangezien hun Uitbreiding van het effect niet anders mogen worden beoordeeld. De rechtbank had de gevolgen van juridisch ouderschap ten tijde van de geboorte van het kind onderzocht en vastgesteld volgens haar eigen rechtspositie, ongeacht het tijdstip van de beslissing zelf. De draagmoeder was nooit moeder geweest of geworden. Een certificering achteraf is daarom uitgeslotenaangezien het besluit, met inbegrip van het daaropvolgende erkenningsbesluit in Duitsland, niet heeft geleid tot een wettelijke wijziging van het ouderschap.

Hoewel het Bundesgerichtshof de kwestie van de uitbreiding van de werking van een postnatale beslissing over de buitenlandse status nog niet heeft opgehelderd en in het bijzonder niet heeft gelijkgesteld met een prenatale beslissing, zijn de uitspraken van het Landgericht Köln overtuigend en correct, aangezien het een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap heeft gedaan onder verwijzing naar de geboorte van het kind en dus de geboorte van het kind. vanaf het begin die vervolgens niet door deze beslissing is gecorrigeerd. Hoogstens zou iets anders kunnen gelden voor landen waar de draagmoeder na het draagmoederschap eerst wettelijk als moeder wordt geregistreerd en in een geboorteakte wordt ingeschreven. Het juridisch ouderschap kan dan door een rechterlijke beslissing worden gecorrigeerd. In deze gevallen moet een latere wetswijziging worden overwogen, maar niet in gevallen waarin de wensouders vanaf het begin de enige wettelijke ouders waren.

 

Dr. Marko Oldenburger

Gespecialiseerde advocaat voor familierecht

Gespecialiseerde advocaat voor medisch recht

nl_NLNederlands