OLG Frankfurt: "Scheldvrije sfeer" binnen de naaste familiekring

In familierechtelijke geschillen kunnen zich situaties voordoen waarin tegenover andere familieleden een lasterlijke uitspraak wordt gedaan over een echtgenoot of familielid. Het is niet ongewoon om geconfronteerd te worden met de vraag of een gerechtelijke procedure moet worden gevreesd en of de uitlating gevolgen heeft voor familierechtelijke vorderingen.

Een vordering tot een voorlopige voorziening van de betrokken persoon tegen de persoon die de verklaring heeft afgelegd op grond van § 1004 (1) BGB in combinatie met § 823 (2) BGB zou in overweging kunnen worden genomen. § 823 (1) en (2) BGB.

In zijn uitspraak van 17 januari 2019 (16 W 54/18) oordeelde het Oberlandesgericht Frankfurt dat er binnen de naaste familiekring een smaadvrije ruimte bestaat die het mogelijk maakt om vrijuit te spreken zonder gerechtelijke vervolging te hoeven vrezen.

In dit specifieke geval had de eiser een tijdelijk verbod tegen zijn schoonmoeder geëist om haar te verbieden een groot aantal verklaringen af te leggen en te verspreiden nadat zijn schoonmoeder tegen haar zus en haar moeder had beweerd dat de eiser zijn familie mishandelde.

Het Oberlandesgericht Frankfurt oordeelde dat er geen recht was op een voorlopige voorziening. Bijgevolg waren de uitlatingen lasterlijk voor de eiser, maar niet onrechtmatig.

De jurisprudentie leidt uit artikel 1, lid 1 en artikel 2, lid 1 van de Basiswet af dat er een gebied van vertrouwelijke communicatie bestaat binnen speciaal georganiseerde vertrouwensrelaties, waartoe in het bijzonder de naaste familiekring behoort. Het Oberlandesgericht Frankfurt noemt dit een "gebied dat vrij is van laster" of een "gebied dat vrij is van strafbare feiten".

In het geval van een gesprek binnen de naaste familiekring, mag de persoon die de verklaring aflegt er over het algemeen van uitgaan dat de vertrouwelijkheid van het gesprek zal worden gehandhaafd. Het maakt niet uit of de verklaring mondeling wordt afgelegd of via berichtendiensten zoals WhatsApp.

De situatie is anders als er vanaf het begin reden is om aan te nemen dat de inhoud van het gesprek door de gezinsleden buiten de directe familiekring openbaar zal worden gemaakt of dat een externe derde kennis zal nemen van het WhatsApp-bericht. Dit komt doordat de verklaring niet langer beschermenswaardig is zodra deze wordt gedaan aan buitenstaanders of het publiek.

Bovendien kan een lasterlijke verklaring leiden tot het verlies van de aanspraak op alimentatie in het geval van partneralimentatie in overeenstemming met § 1579 Nr. 3 BGB. Hetzelfde geldt in overeenstemming met § 1611 Para. 1 BGB voor alimentatie voor familieleden.

 

Lina Mahboubi

Advocaat

nl_NLNederlands